Waarom is afvallen zo moeilijk?
In het Amerikaanse afval-programma The Biggest Loser deed een 46-jarige man mee. Tijdens de finale op 12 augustus 2009 stond Danny Cahill op het podium. Hij was in zeven maanden tijd maar liefst 109 kilo afgevallen. Hij ging van 195 kilo tot 86 kilo.
Inmiddels is het jaren later en is Danny weer terug bij af. Er zijn tientallen kilo’s bijgekomen. En dat gebeurd regelmatig bij zulke programma’s. De meeste mensen moeten na verloop van tijd weer opnieuw beginnen. Hoe kan dat? Aan de motivatie ligt het in ieder geval niet. Anders was het hun nooit gelukt om zo veel af te vallen.
Het komt door een onderdeeltje van onze hersenen. Dat is de boosdoener die het afvallen - én daarna volhouden - ontzettend moeilijk maakt.
Het regelcentrum in je hersenen
Heb je ooit gehoord van de hypothalamus? Het is een heel klein hersengebiedje wat slechts vier gram weegt. Hij zorgt ervoor dat wij als mens kunnen overleven. Dat doet hij door je autonome zenuwstelsel aan te sturen. En dat zenuwstelsel is verantwoordelijk voor onder andere je ademhaling, hartslag en het regelen van je lichaamstemperatuur. Daarnaast regelt hij ook je honger- en dorstgevoel. Al deze processen zijn volop geautomatiseerd. Ze gebeuren gewoon. Je hebt er geen invloed op.
De hypothalamus houdt het liefst van evenwicht in je lichaam. Zodra er een grote verandering gaande is, zal hij er alles aan doen om die zo klein mogelijk te maken. Je hypothalamus associeert afvallen met een grote verandering. Raak je 5 kilo kwijt in 5 weken, dan slaat je hypothalamus alarm.
En dat is ook helemaal niet gek. De hypothalamus stamt nog uit de oertijd. Toen we nog op beren moesten jagen om te overleven. We hadden niet dagelijks te eten. En als we niks te eten hadden ging de hypothalamus standje overleven. Hij zorgde ervoor dat je zo min mogelijk energie verbruikte. Je hartslag werd lager. Je bloeddruk daalde. Je kreeg een hongergevoel en voelde je zwak en lamlendig. Dit alles om ervoor te zorgen dat je als de wiedeweer op zoek ging naar voedsel. Alleen maar om te overleven.
De hypothalamus en de tijd van supermarkten
De hypothalamus zorgt er ook voor dat we voldoende reserves hebben. Voor in krappe tijden, als er even geen beren te vangen zijn. Dit is de reden waarom we energie kunnen opslaan in de vorm van vet. Die vetreserves kunnen we aanspreken in tijden van voedselschaarste
Alleen is er geen voedselschaarste meer. Sterker nog: het tegenovergestelde is waar. Er zijn supermarkten in overvloed. Eten ligt overal voor het grijpen en we kunnen het nauwelijks ontlopen.
De hypothalamus stamt nog uit de oertijd. Toen hadden ze nog geen supermarkten. Hij werkt precies hetzelfde als duizenden jaren geleden: we zijn nog steeds geprogrammeerd om voedsel meteen naar binnen te werken. Dat resulteert erin dat we altijd onze reserves blijven aanvullen, ook al hebben we ze niet nodig.
Wat gebeurd er bij een voedseltekort?
Als je wilt afvallen, dan ga je minder eten. Zo simpel is het. Stel dat je 10 kilo bent afgevallen. Dat is voor je hypothalamus een grote verandering. Er is een voedseltekort ontstaan en de alarmbellen gaan af. In deze tijden van schaarste (denkt je hypothalamus) moet je zuinig zijn met de energie die je hebt. Hij schroeft je ruststofwisseling omlaag en zorgt ervoor dat je hartslag en lichaamstemperatuur dalen. Daarnaast probeert hij er alles aan te doen om jou zo snel mogelijk te laten eten. Het hongergevoel wordt flink opgevoerd en je buik gaat knorren. Allemaal prikkels om jou te laten overleven. Dit houdt hij net zo lang vol totdat jij je oude gewicht weer hebt bereikt. Die 10 kilo zijn er weer bijgekomen, met dank aan je hypothalamus.
Maar dan zijn we er nog niet: het zou best kunnen dat er een nieuwe periode van schaarste komt. En daar gaat de hypothalamus zich op voorbereiden: je hebt niet alleen je oude gewicht terug, maar voor de zekerheid doet je hypothalamus er nog wat extra kilootjes bij. Gewoon, voor het geval dat het nodig is. Als er weer een nieuwe periode van voedselschaarste komt bijvoorbeeld. En hoe noemen we dat proces van afvallen en weer aankomen? Juist. Het jojo-effect.
Diëten is boksen tegen de natuur. Maar de natuur is altijd sterker dan jij. Het dieet-gevecht met de natuur zul je nooit winnen.
En dat is het belangrijkste onderdeel waarom afvallen zo moeilijk is. Je kan zo gemotiveerd zijn als je wilt. Maar je hypothalamus wil jou alleen maar laten overleven. En daarom kan hij je ontzettend tegenwerken bij jouw doel om af te vallen.
Hoe moet het dan wel?
Dat tegenwerken kan je gelukkig kan je dit ook voorkomen. Je weet inmiddels dat je hypothalamus niet van grote veranderingen houdt. Dus dan moet je ervoor zorgen dat die er niet zijn. Ofwel: ga niet diëten en val niet te snel af. Vroeg of laat gaat je hypothalamus je tegenwerken. En dan ben je weer terug bij af. Of zelfs nog met een paar extra kilo erbij.
Doe het rustig aan. Afvallen is een proces dat tijd nodig heeft. Realistisch is om 0,3 tot 0,5 kilo per week te verliezen. En echt niet meer dan dat.