Hoe zien koolhydraten eruit?
Een koolhydraat (ofwel sacharide) is opgebouwd uit drie chemische stoffen:
1. Koolstof
2. Waterstof
3. Zuurstof
Al deze losse koolhydraten kunnen een keten vormen. Dat is niks anders dan een aantal stukjes koolhydraat achter elkaar geplakt. Hoe korter de keten, des te zoeter de smaak.
De indeling van koolhydraten
Er zijn enkelvoudige en meervoudige koolhydraten. Hoe zit dat?
Een koolhydraat bestaat uit een aantal suikermoleculen, de sachariden. We kunnen ze indelen op het aantal suikermoleculen. Ofwel: de lengte van de koolhydraatketen. Monosachariden bestaan uit 1 suikermolecuul (enkelvoudig). Disachariden bestaan uit 2 aan elkaar verbonden suikermoleculen, oligosachariden bestaan uit 3 tot 9 suikermoleculen en de polysachariden bestaan uit meer dan 9 suikermoleculen (meervoudig).
Hoe korter de keten, des de zoeter de smaak.
Wat zijn enkelvoudige koolhydraten?
Een enkelvoudige koolhydraat is een koolhydraat die uit 1 suikermolecuul bestaat. Dit noemen we ook wel de monosachariden. Tot deze groep koolhydraten behoren:
1. Glucose (ook wel druivensuiker of dextrose genoemd).
Glucose kan heel snel in het bloed worden opgenomen en komt veel voor in fruit.
2. Fructose (ook wel vruchtensuiker genoemd)
Fructose komt van nature voor in fruit en in honing. Dat wil niet zeggen dat dit 'gezonde' suikers zijn. Natuurlijk en gezonde suikers zijn een wereld van verschil.
3. Galactose
Dit is een onderdeel van melksuiker (lactose). Galactose komt veel voor in hersenweefsel en het is wat minder zoet dan glucose.
Wat zijn meervoudige koolhydraten?
Dit zijn de koolhydraten die uit meer dan twee suikermoleculen bestaan. We hebben er 3 soorten van:
1. Di-sachariden
2. Oligo-sachariden
3. Poly-sachariden
Wat zijn di-sachariden?
Di betekend twee. Het zijn twee losse suikermoleculen (monosachariden) die aan elkaar zijn vast geplakt. Hier hebben we ook weer 3 soorten van:
1. Sacharose
Beter bekend als riet- of bietsuiker. Dit is de meeste gebruikte zoetstof over de gehele wereld. De welbekende suiker bestaat dus uit 2 losse suikermoleculen. Namelijk glucose en fructose.
2. Lactose
Lac betekend melk in het Latijns. In het Nederlands betekend lactose dus melksuiker. Deze suiker zit in melk en vrijwel alleen in zuivelproducten voor. Lactose bestaat uit 2 losse suikermoleculen. Dit zijn 1 deel glucose en 1 deel galactose.
3. Maltose
Beter bekend als moutsuiker. Maltose wordt meestal gemaakt van gerst. Wellicht ken je mout als ingrediënt voor bier. Dat klopt, het is een grondstof voor onder andere bier, whiskey en jenever. Moutsuiker vind je ook veel in sportdrankjes. Deze suiker wordt heel snel door je lichaam opgenomen en geeft je erg snel energie. Maltose bestaat uit twee dezelfde suikermoleculen die aan elkaar geplakt zijn: 2 delen glucose
Wat zijn oligo-sachariden?
Oligo betekend gering of weinig in het Latijns. Een oliosacharide is opgebouwd uit 3 tot 9 verschillende suikermoleculen. De keten van deze koolhydraat is een stuk langer dan van de 1- of 2-voudige koolhydraten. Hoe langer de keten, des te minder zoet de smaak is. De oliosachariden vallen onder de categorie complexe en langzame koolhydraten. Ze zijn complex omdat de keten langer is. Dat is ook de reden dat ze je langzamer energie geven. Het voordeel is dan weer dat je langer met deze energie kan doen.
Hoe complexer en langzamer de koolhydraat, des te gezonder de koolhydraat is.
Je vind de oligosachariden in bonen, noten en sommige koolsoorten.
Wat zijn poly-sachariden?
Poly betekend veel in het Latijns. Een polysacharide bestaat uit minimaal 10 suikermoleculen. Er is geen maximum. Er zijn koolhydraten die uit duizenden losse suikermoleculen bestaan! Een bekend voorbeeld van een polysacharide is zetmeel. Je vind deze in aardappelen, rijst en brood. Zoals gezegd is dit een koolhydraat met een lange keten. Dat betekend ook dat het een langzame koolhydraat is. En dat is niet gek: in je maag wordt elke koolhydraat in stukjes geknipt, voordat het verder kan naar de dunne darm. Het duurt een tijdje voordat een koolhydraat (die misschien uit 1000 stukjes suikermolecuul bestaat) in 1000 stukjes geknipt is. Al die losse stukjes kunnen naar de dunne darm getransporteerd worden. Dat is de plek in je lichaam waar je er energie van krijgt. De koolhydraten worden dus minder snel in je lichaam opgenomen, maar uiteindelijk kan je wel heel lang met deze energie doen.