Vetten
De afgelopen decennia werden vetten vaak als de grote boosdoener gezien. Deze boosdoeners zouden ervoor zorgen dat mensen tientallen kilo's aankwamen. Gelukkig is dat beeld ondertussen bijgesteld. Hoewel er nog steeds mensen zijn die vet zoveel mogelijk vermijden. Dat is niet verstandig. Vet is een voedingsstof die je lichaam nodig heeft. Net zoals koolhydraten en eiwitten.
Vetten kunnen we onderverdelen in twee groepen:
1. verzadigde vetten (komt voor in: vlees, eieren, zuivel en palmolie)
2. onverzadigde vetten (komt voor in: olijfolie, vette vis, lijnzaad, walnoten, margarines, en maisolie)
Waarom is vet belangrijk?
Als eerst levert vet energie. Maar liefst 9 kcal per gram. Daarmee is het de grootste energiebron die we kennen. Overigens blijven vetten lang in de maag zitten. Dat zorgt ervoor dat je langer een verzadigd gevoel hebt.
Daarnaast zorgt het ervoor dat de vitamines A, D, E en K kunnen absorberen. Deze vitamine's zijn alleen oplosbaar in vet. Vitamine B en C zijn oplosbaar in water.
Tevens is vet een leverancier van essentiële vetzuren. Dit zijn vetzuren die we nodig hebben voor onze vitale functies, maar die ons lichaam niet zelf kan aanmaken. Je zult ze dus uit je voeding moeten halen.
Tot slot is vet een smaakmaker. Het geeft smaak aan eten. Dat komt omdat het een belangrijke drager is van smaakstoffen in de mond. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat al het vette eten goed is. Integendeel. Er is niks mis met een scheutje olijfolie door de pastasaus.
Hoeveel vet heb ik nodig?
De European Food Safety Authority stelt dat gezonde volwassenen tussen de 20 en de 40% van de totale energiebehoefte bedraagt. Waarvan maximaal 5-6 procent uit verzadigd vet en niet meer dan 1 procent transvet. Het Voedingscentrum hanteert dezelfde richtlijn, maar vermeld dat de maximale hoeveelheid bij overgewicht lager is. Namelijk 35% van de totale energiebehoefte.
Er zijn experts die pleiten dat de bovengrens hoger ligt, terwijl er ook onderzoekers zijn die pleiten om juist minder vet te nemen. Hoe dan ook: maak je niet te veel zorgen over de hoeveelheid vet. Het is veel belangrijker om de goede soort vet in te nemen.